De trompet is een koperblaasinstrument met een vrij hoge, heldere toon. De eerste primitieve trompet ontstond duizenden jaren geleden als een lang, recht instrument. In de renaissance konden ook gebogen buizen werden gemaakt, waardoor een trompet nog maar vijftig centimeter lang werd. Verschil in toonhoogte maakte je toen alleen met je lipspanning, maar sinds de negentiende eeuw kun je dat combineren met het gebruik van de drie ventielen, of in het geval van een schuiftrompet, de schuif. Daardoor kun je elke noot binnen het bereik van ongeveer tweeënhalf octaaf spelen. Door het trillen van je lippen maak je een toon van de luchtstroom die je het instrument inblaast. 

Zowel in symfonieorkesten, harmonieorkesten als jazzbands komt de trompet veel voor. Beroemde solo’s zijn geschreven door Bach en Haydn en in de jazzmuziek is de trompet onlosmakelijk verbonden met Miles Davis. Een trompet weegt ruim een kilogram en houdt je recht voor je uit. Daardoor kan trompetspelen voor jonge kinderen zwaar zijn, maar vanaf acht jaar is trompetles meestal goed mogelijk. Voor tweehonderd euro heb je een degelijke oefentrompet.

‍